donderdag 20 mei 2010

geiten melken


Bij het opruimen kwan ik een foto tegen van één van mijn eerste geiten. Links mijn oudste dochter en ik aan het uier ...

woensdag 12 mei 2010

pronkbonen


Misschien wel de mooiste plant in de moestuin..... Pronkbonen zaai je van 15 mei tot eind juni. het is een geweldige groeier, dus zet er flink lange bonenstaken bij. Pronkbonen worden niet veel meer gegeten en dat is wel jammer. In een jong stadium is het een lekkere snijboon en als je de peulen door laat groeien worden er prachtige bonen gevormd. De gedroogde bonen kunnen worden verwerkt in bonenschotels en -soepen.







Een prachtig ras is de Painted lady, zie bovenste foto. Hij is voor het eerst beschreven in 1827 in de flora van Rio de Janeiro en wordt nu nog steeds geteeld in zowel de moes– als de siertuin. Een andere schoonheid is de Scarlet emperor, middelste foto, met rode bloemen. Ook deze pronkboon wordt al eeuwenlang geteeld.
Sterker nog, het is één van de oudste pronkboonrassen met een geschiedenis die teruggaat naar de 15de eeuw!








Als laatste de kollumer pronkboon. De Kollumer pronkboon werd door Ruurd Walrecht, indertijd werkzaam op de Oerakker te Bakkeveen, verkregen van iemand uit Kollum. De boon werd sindsdien jaar op jaar door hem vermeerderd. Zoals je ziet een prachtige zwarte pronkboon!

dinsdag 11 mei 2010

Zickellab


In een Duitse webwinkel kwam ik zickellab tegen, lebstremsel van de geit. Altijd gedacht dat lebstremsel alleen uit de kalvermaag kwam! Maar nee, er wordt ook stremsel gemaakt van geit en schaap.
Zickellab werd vroeger gebruikt voor de bereiding van een aantal Franse kaasjes zoals St. Marcellin en Crottin. Nu is iedereen overgestapt op lebstremsel van kalveren omdat dit stremsel een betere kwaliteit heeft.
Nieuwsgierig geworden gebeld met de stremselboer. En die maakte me duidelijk dat zickellab rotzooi was en dat ik het niet moest gebruiken. Het is maar dat je het weet!

zondag 9 mei 2010

Kaas je kaasje



Dit boek is alweer een jaar of 20 oud en nog steeds het standaardwerk voor de de hobby kaasmaker. Het is geschreven door Joop rademaker en wordt nog regelmatig herdrukt door de Gebr. Rademaker. Gelukkig maar, een echte opvolger is er (nog) niet!